Havenlijntje Den Helder |
pagina 1 van 2
|
>
Vergroting
In de marinestad Den Helder ligt een roestig spoorlijntje naar de haven, die we inmiddels
als "dood spoor" kunnen beschouwen. Het havenlijntje is officieel niet in
onbruik, maar is zover bekend in 2001 voor het laatst gebruikt ten behoeve van militair
materieel. In 1995 was het vervoer van afval reeds verdwenen, in 1997 ook het sporadische
vervoer van buizen (Bron: Goederentreinen in Nederland, 2003).
We beginnen op het station van Den Helder, een kopstation. Uiterst rechts het puntje van
een trein die langs het perron staat. Daarnaast liggen twee opstelsporen en daarnaast
liggen één (bij het perron) tot vijf (verderop) goederensporen bij de losplaats van
station Den Helder, tegenwoordig in gebruik als parkeerplaats voor NS-personeel. Opvallend
is dat op de vijf goederensporen geen omloopmogelijkheid is, dat zou via de opstelsporen
op de voorgrond moeten gebeuren.
Het havenlijntje van Den Helder begint feitelijk pas aan de zuidzijde van
het emplacement van Den Helder, voorbij garagebedrijf Ger Bot. Op die plek liggen twee
sporen; het rechter spoor gaat richting Alkmaar, het linker spoor gaat naar de haven. Bij
de wisselverbinding vlak voor de splitsing staat een bord met witblauwe ruiten: einde
geëlektrificeerd spoor (met het onderbord "Bij linksleidend wissel"). |
We kijken eerst nog even naar het grote grasveld aan de oostzijde van het spoor; daar ligt
nog een restant van een losweg verstopt in het gras. Een stukje dichterbij het station is
op deze grasstrook een autodealer gevestigd.
Bij de splitsing staat langs het spoor vanuit de haven een dwergseintje daarbij met witte
lamp, een paar meter ervoor een sleutelpaal. De paal en de witte lamp is voor
"vrijgave rangeren". Indien de treindienstleider dat mogelijk maakt gaat er op
de paal een lampje branden en kan de machinist hier de vrijgave rangeren met behulp van
een sleutel activeren. Daarmee worden de wissels hier waarschijnlijk zo gelegd dat daarmee
de losplaats (voorbij het autobedrijf) kan worden bereikt. Als vrijgave rangeren
geactiveerd is, dooft het dwergsein en gaat de witte lamp branden, het teken dat de
rangerende trein het sein vrij mag passeren.
Na de splitsing buigt het spoor richting Alkmaar af naar rechts, terwijl het spoor naar de
haven een vrij scherpe boog naar links maakt. Daartussen staat een onderstation, die zorgt
voor de stroomvoorziening.
In de boog kruist het havenlijntje een weggetje naar het onderstation. De overweg ziet er
opvallend nieuw uit, al verraadt de niet-kloppende wegmarkering dat deze stelcom-platen
eerst ergens anders hebben gelegen.
De havenspoorlijn vervolgt zijn boog naar links, richting een loods met een grote
communicatiemast ernaast.
Langs de loods loopt nog een zwaar verroest spoortje, dat bijna in het zand en het gras
verdwenen is.
Waar het spoortje precies heen gaat is niet duidelijk. Volgens het onvolprezen
Sporenplan.nl was dit een kopspoor en moet hier een kolenlosplaats zijn geweest.
Het wissel waarmee het spoortje aansloot op de havenlijn is verdwenen. Opvallend is dat
het wissel nagenoeg aan het einde van de boog lag, waardoor het afgesloten spoortje min of
meer rechtdoor lag.
> Volgende pagina >
Deze site is onderdeel van de themapagina Op
dood spoor.
|