Kaart:

Het spoor loopt nog steeds door het bosrijke Dalerveensche Veen. Er zijn diverse overpaden met roestige andreaskruizen.

Even verderop gaat de spoorlijn het bos uit en loopt het weer tussen de weilanden. Hier vinden zien wij ook een zogenaamd 'keperbaken', dat aangeeft dat de machinist de snelheid moet begrenzen tot 40 kilometer per uur of zoveel minder als nodig is om voor het eerstvolgende sein te kunnen stoppen. Een sein kan een lichtsein zijn, maar ook een S-bord.

Wanneer we vanaf het spoor naar rechts (het zuiden) kijken, kunnen we zien dat we niet ver van de Duitse grens zitten. Dit is te zien door de enorme (zwaar gesubsidieerde) windmolens, die Duitsland langs de gehele grens met Nederland uit de grond stampt.

Vlak voor een ruime bocht naar links zien we het reeds aangekondigde (stoptonend) sein. Het witte vierkant met de zwarte driehoek onder het sein geeft aan dat het sein niets zegt over de spoorbezetting, maar slechts vertelt of het bijzondere punt na het sein (in dit geval een brug) veilig kan worden bereden. Een paar meter achter het sein staan twee ronde borden, die aangeven dat hier de aankondigingssecties van twee overwegen beginnen.

In de verte, na de bocht, is de geopende brug over het Stieltjeskanaal te zien. In de bocht voor de brug bevindt zich echter een overweg, alwaar een boer schrikdraad over het spoor heeft gespannen. Op deze manier kan zijn vee dat via de overweg naar het weiland loopt niet het spoor oplopen. Het schrikdraad is overigens gemakkelijk los te maken, voor het geval dat er toch nog een trein langs moet.

VERDER